Verplichte DNA afname na een veroordeling?

VOOR VEEL GEDETINEERDEN IS HET EEN VERRASSING. NA EEN VEROORDELING ONTVANG JE EEN BEVEL VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE DAT JE DNA MOET AFSTAAN. IN DEZE COLUMN EEN KORTE BESPREKING WANNEER DNA MAG WORDEN AFGENOMEN, WAT DIT INHOUDT EN WELKE RECHTEN EN PLICHTEN JE HEBT.

In de wet staat dat DNA kan worden afgenomen als je bent veroordeeld voor een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Dit zijn misdrijven waarop een maximale gevangenisstraf van vier jaar of meer staat, of die specifi ek in de wet worden genoemd. Bijvoorbeeld mishandeling, bedreiging of belaging. Daarnaast moet je veroordeeld zijn tot een straf (gevangenisstraf of taakstraf) of een maatregel, bijvoorbeeld tbs. Als alleen een geldboete is opgelegd, bestaat er dus geen verplichting om DNA af te staan. Uiteraard geldt de verplichting ook niet als je bent vrijgesproken.

Het afnemen van DNA celmateriaal is vrij eenvoudig en gaat snel. Je ontvangt een oproep waarin de datum, tijdstip en locatie van de afname staan. Meestal vindt dit plaats op het politiebureau. Als je gedetineerd bent, kan de afname ook in de PI gebeuren. Ter plekke schraapt een arts of verpleegkundige een paar keer met een wattenstaafje langs de binnenkant van de wang, waarna de afname klaar is.

Vervolgens wordt het materiaal opgenomen in de DNA-databank van het NFI. Deze database wordt gebruikt bij de opsporing van strafbare feiten. De politie kan DNA dat wordt aangetroffen op een plaats-delict laten vergelijken met de profi elen in de database.

De vraag is of je verplicht bent mee te werken aan de afname. Het simpele antwoord is ja. Je bent verplicht om mee te werken: weigeren is niet toegestaan. Als je dit wel doet, kan je worden aangehouden en kan het DNA alsnog onder dwang worden afgenomen. Dat loont dus niet.

Is er dan niets dat je kan doen? Zeker niet. Je kan namelijk wel bezwaar maken tegen de verwerking en de opslag van het materiaal in de landelijke DNA database. Dit kan je doen door binnen veertien dagen na de afname een bezwaarschrift in te dienen bij de rechtbank die je heeft veroordeeld.

Kort samengevat zijn er twee verweren mogelijk tegen opname van het DNA in de database. Het eerste is dat sprake is van een procedurefout. Bijvoorbeeld als de DNA afname is gedaan door iemand die daartoe onbevoegd was. Het tweede verweer is – kort samengevat – dat de opname van het DNA redelijkerwijs niet in het belang is van het voorkomen, opsporen, vervolgen en berechten van nieuwe strafbare feiten.

Bij de beoordeling hiervan kijkt de rechter naar de aard van het misdrijf waarvoor de veroordeelde is veroordeeld, de omstandigheden waaronder dit is gebeurd en de persoon van de veroordeelde. Denk bijvoorbeeld aan misdrijven waarbij doorgaans geen celmateriaal wordt achtergelaten door de dader, zoals bij valsheid in geschrifte, meineed, computervredebreuk en verduistering.

Als de rechter het bezwaar gegrond verklaart, zal het DNA-materiaal moeten worden vernietigd. Indien het bezwaar ongegrond wordt verklaard, blijft het DNA opgenomen in de databank.

Het DNA mag een bepaald aantal jaren worden bewaarden en moet daarna worden vernietigd. Dit is afhankelijk van het misdrijf waarvoor de gedetineerde is veroordeeld. Bij een feit waarop een maximale gevangenisstraf van minimaal zes jaar staat, is de bewaarperiode 30 jaar. Bij een kortere maximale gevangenisstraf is de bewaartermijn 20 jaar.

Tot slot. Heb je een brief gekregen dat je DNA moet afstaan en wil je daartegen in bezwaar? Neem dan contact op met je advocaat voor overleg.

Mr. Christiaan Kwint

strafrechtadvocaat
Knoester Van Der Hut & Alberts Advocaten

 

 

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Sjoerd van Berge Henegouwen

Christiaan Kwint
Strafrechtadvocaat bij Knoester Van Der Hut & Alberts Advocaten

Pin It on Pinterest

Share This