Verbod op merkkleding in de Gevangenis

Als strafrechtadvocaat kom ik regelmatig in aanraking met de regels die gevangenissen stellen aan gedetineerden. Begin vorig jaar stuitte ik op de nieuwe kledingregels in PI Lelystad, die ik als te vergaand beschouw. Bepaalde merkkleding werd plotseling verboden, waaronder Gucci, Moncler, Prada, Louis Vuitton, Burberry en Versace.

De PI stelde dat het doel was om afpersing en de handel in goederen te voorkomen, omdat bepaalde merkkleding hierbij een rol zou spelen. Ze wilden voorkomen dat gedetineerden elkaar onder druk zetten met luxe merken of spullen verhandelen.

Ik heb meteen een klacht ingediend bij de Commissie van Toezicht. De PI heeft een te strenge maatregel in het leven geroepen zonder goed na te denken over de gevolgen. Die lijst is willekeurig samengesteld. Zo zijn er veel andere dure merken die niet op de lijst staan, zoals bijvoorbeeld Balenciaga en Philipp Plein. Het verbieden van slechts een beperkt aantal merken biedt dus geen oplossing voor het veronderstelde probleem van afpersing en handel.

Maar de maatregel heeft ook grote gevolgen voor de gedetineerden zelf: u dus. Een van mijn cliënten, die graag dure merkkleding draagt, moest plotseling veel geld uitgeven om nieuwe kleding aan te schaffen. Van merken die hij normaal niet draagt.

Gedetineerden moeten soms tot duizenden euro’s uitgeven voor nieuwe kleding, alleen omdat een bepaald merk op de “verboden merkenlijst” staat. Dit is een zware kostenpost die niet te negeren is.

Juridisch gezien zijn er ook problemen. Volgens artikel 44 lid 2 van de Penitentiaire Beginselenwet mag de gevangenis regels stellen over kleding, maar alleen als deze een gevaar vormen voor de orde of veiligheid in de inrichting. Er is echter voor zover mij bekend geen hard bewijs dat merken op de lijst een werkelijk gevaar vormen voor de veiligheid in de gevangenis. Dit maakt de regels onterecht.

Ik geloof dat deze regels te vergaand zijn en niet het gewenste effect zullen hebben. Kledingvoorschriften kunnen niet voorkomen dat gedetineerden anderen afpersen of goederen verhandelen. Er zijn meer manieren om dat te doen dan met luxe kleding. Als iemand een ander wil afpersen, dan gebeurt dat. Daar is geen kleding voor nodig. Het is symboolpolitiek, meer niet.

Hij, en u mogelijk ook, wordt op deze wijze beperkt in zijn keuzevrijheid. Dat geeft een gevoel van machteloosheid.  En onderwerping. Het verlies van luxe is niet het grootste probleem. De maatregel is een schending van uw privéleven en vrijheid, naast de vrijheidsberoving waar u al onderhevig aan bent.

In oktober vorig jaar liet Staatssecretaris Coenradie weten een maximumprijs per gevangenisoutfit te willen invoeren om machtsmisbruik onder gevangenen tegen te gaan. What’s next? Een oranje gevangenisoutfit zoals we kennen uit Amerikaanse series? Tot nu toe is er nog geen beslissing genomen over de door mij ingediende klacht, maar ik blijf me inzetten voor een gevangenisbeleid dat de rechten van gedetineerden beschermt. Met deze column wil ik niet alleen de discussie over deze regels openen, maar ook toekomstige cliënten aanmoedigen juridische stappen te ondernemen tegen onterechte regelgeving.

Semra Aytemur, strafrechtadvocaat

Dekens Aytemur strafrechtadvocaten

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mr. D.M. Penn

Semra Aytemur
Strafrechtadvocaat dacrime

Pin It on Pinterest

Share This