INTERVIEW – Jemuel Lempe / ondernemer en ex-gedetineerde Dankzij de koffie uit de criminaliteit
Ooit zat Jemuel Lampe (42) achter de tralies. Nu is hij ondernemer in de gevangenis: met zijn koffiebranderij helpt hij gedetineerden bij de stap naar een nieuw leven en een tweede kans.
DANKZIJ KOFFIE UIT DE CRIMINALITEIT
EEN BOEFJE WAS HIJ. ALTHANS, ZO KIJKT ONDERNEMER JEMUEL LAMPE VIJFENTWINTIG JAAR LATER TERUG OP ZIJN ZESTIENJARIGE ZELF. HIJ HAD ER TOEN AL EEN ROERIGE JEUGD IN DE HAAGSE SCHILDERSWIJK OP ZITTEN. OP ZIJN DERTIENDE BRACHT HIJ NA EEN ‘GEWELDS- EN VERMOGENSDELICT’ – SPECIFIEKER IS HIJ LIEVER NIET – DRIE MAANDEN IN DE JEUGDGEVANGENIS DOOR. DE WERELD VAN DE HAAGSE JEUGDBENDES IS IN DIE TIJD ZIJN HABITAT. EN DUS KEEK HIJ ER NOGAL VAN OP TOEN EEN ONDERNEMER HEM OP EEN DAG EEN VISITEKAARTJE IN ZIJN HANDEN DUWDE. “HIJ ZEI: ‘JE KUNT ME ALTIJD BELLEN’”, BLIKT LAMPE TERUG. “WANT HIJ ZAG WEL POTENTIE IN MIJ, EN WILDE GRAAG DAT IK VOOR HEM KWAM WERKEN. POTENTIE? DAT HAD NOG NOOIT IEMAND TEGEN ME GEZEGD…”
Ruim een kwart eeuw verder is Lampe zelf die man met dat visitekaartje geworden. Hij bestiert sinds een jaar of vijf een koffiebranderij binnen de muren van de gevangenis van Zaanstad. Het doel: gedetineerden helpen aan een toekomst buiten het criminele circuit. Hij hielp inmiddels zo’n zeventig voormalige gevangenen aan een baan. Zijn bedrijf bouwt hij intussen stap voor stap uit. Zijn Zuivere Koffie uit de Zaanse gevangenis kreeg al gezelschap van het theemerk Guiltea uit de vrouwengevangenis in Nieuwersluis. En wie er graag een koekje bij wil, kan bij zijn Jailbird Bakery terecht. Die theezakjes, die zijn trouwens ietwat ongewoon verpakt. In een klein envelopje, precies gevouwen zoals dat ook in de cocaïnehandel gebeurt. “Het moet wel een beetje stout zijn”, vindt Lampe.
UITBREIDING IN LELYSTAD
Hij blijft verder aan de weg timmeren: dankzij een crowdfundingsactie volgt binnenkort ook een uitbreiding in Lelystad. En er is nog meer op komst, zegt Lampe. Epicentrum van al die activiteiten is een kantoorpand in Wormerveer. Waar het onder meer oud-gedetineerden zijn die zich over de verkoop en marketing buigen. De keren dat Lampe zelf vastzat, was er van een begeleid en uitgestippeld traject naar de vrijheid nog geen sprake. “Als dertienjarige had ik er ook niet voor open gestaan”, geeft hij toe. Toen hij elf jaar oud was, kwam zijn broer voor langere tijd vast te zitten. “Het had ook anders kunnen lopen: ik was geen domme jongen, ging havo-vwo doen. Maar toen heb ik mijn keuze gemaakt: ik ging me niet schamen voor een broer in de gevangenis. Ik deed er juist stoer over, dwong er ontzag mee af.” Die houding bleef hij aannemen toen hij zelf in de bendewereld en in jeugddetentie terecht kwam. Lampe omschrijft zichzelf als ‘stout en onhandelbaar’. “Toen ik weer vrij kwam, had ik niets geleerd. In het wereldje waarin ik toen zat, applaudisseerde zelfs iedereen. Ik kreeg vooral erkenning.”
CRIMINELE FUIK
Het is een verhaal dat Lampes medewerker Stephan (31) herkent. Hij was 26 toen hij door een arrestatieteam van zijn bed werd gelicht, in het bijzijn van zijn kinderen. “Dat was zo heftig dat ik toen wél meteen bedacht: dit wil ik nooit meer”, blikt hij terug. Maar daar gingen jaren aan vooraf waarin hij telkens de dans ontsprong. En steeds verder in een criminele fuik liep.
“Nee, ik ben niet gewetenloos. Maar ik ging wel steeds een stap verder dat pad op. Van TomToms en fi etsen jatten naar steeds serieuzer werk. Het is alsof je een druppeltje inkt in een glas water doet. Van een druppel merk je niets. Maar zitten er vijftien druppels in, dan zie je het verschil.”
Als je eenmaal redeneert vanuit die criminele wereld, heb je een verwrongen beeld van de maatschappij, constateert hij. “Je identifi ceert je niet meer metnormale mensen, die bekijk je alleen nog als potentieel slachtoffer. Met misdaad zoek je vervolgens de bevestiging bij de mensen die óók in die wereld zitten. Door criminele successen dwing je vervolgens respect af.”
In één opzicht is Stephan een uitzondering. Vooral vanwege de zorg om zijn kinderen besloot hij al bij het begin van zijn detentie het roer om te gooien. Maar dan nog vond hij het lastig die koers vast te houden toen hij zijn straf uitzat. “Je gaat je toch laten voorstaan op wat je gedaan hebt: daarmee dwing je in de gevangenis respect af.” Terwijl het bij hem – en ook bij andere gevangenen – stoerdoenerij is. Machogedrag dat vaak voortkomt uit gestolde onzekerheid.
WAAR JE MEE OMGAAT RAAK JE MEE BESMET
“Als er één broedplaats is voor nieuwe criminaliteit, dan is het de gevangenis wel”, weet ook Lampe. “Waar je mee omgaat, raak je mee besmet. Wat denk je dat er gebeurt als gedetineerden alleen elkaar zien, en verder niks omhanden hebben? Dan voeren ze gesprekken over waarom ze vastzitten. Dan komt het delict ter sprake, en leren ze van elkaar hoe het anders of beter had gekund.” En juist daarom – hij snapt dat het voor buitenstaanders lastig te begrijpen is – is het zo belangrijk dat de gevangenis geen gesloten bastion is. Dat er perspectief is, zicht op een toekomst. Dat gedetineerden verleid worden om juist níet in de criminaliteit terug te vallen. “De straf die je als gevangene krijgt, is vrijheidsontneming”, benadrukt Lampe. “Niet om ook nog als een stuk vuil behandeld te worden.”
SCHROEFJES AAN EEN BOUTJE DRAAIEN
Die cultuur is er in het verleden wel geweest, vertelt Lampe. “Maar wat denk je dat er gebeurt als een gevangenisbewaarder tegen je schreeuwt: ‘Doorlopen!Nu! Terug naar je cel!’ Terwijl hij ook gewoon kan zeggen: ‘Je moet terug, je tijd zit erop’? En als je dan vervolgens als arbeid de hele dag schroefjes aan een boutje zit te draaien met andere gevangenen? Dan komen de verhalen. En dan wordt de kans op recidive dus alleen maar groter.”
Dat verhaal hoeft Lampe aan Obe Veldman, directeur van de gevangenis in Zaanstad, niet meer uit te leggen. “We hanteren hier de slogan ‘binnen beginnen om buiten te blijven”, vertelt hij.
Veldman schat in dat hij grofweg driekwart van zijn tijd besteedt aan het plaveien van de weg naar de vrijheid. “Dan heb ik het over contacten met gemeentes, met de reclassering, met onderwijsinstellingen. Natuurlijk, mensen zitten een straf uit. Maar we streven wel naar een cultuur waarin we opbouwend bezig zijn.”
Dat is niet altijd zo geweest, erkent hij. “Tien, vijftien jaar geleden lagen de recidivecijfers erg hoog. Toen is er meer aandacht gekomen voor modernisering van het gevangeniswezen. Bijvoorbeeld in de bejegening van gevangenen, en in de ondersteuning van gedetineerden bij gedragsverandering.”
Dat vergt wel een cultuuromslag, constateert Lampe, die zich in feite nog steeds aan het voltrekken is. “Ik ben in 2015 met Zuivere Koffi e gestart in de gevangenis van Heerhugowaard. De toenmalig directeur heeft echt zijn nek uitgestoken. Een ondernemer de gevangenis in halen is al bijzonder, en al helemaal met mijn verleden. Daar spreekt enorm veel vertrouwen uit.”
CULTUUR VAN REPRESSIE EN CONTROLE
Tegelijkertijd had hij ook regelmatig het gevoel dat hij als oud-gedetineerde binnen een gevangenisomgeving met argusogen werd bekeken. “Dat een directeur zo’n project ziet zitten, is één ding. Maar een gevangenis heeft ook honderden medewerkers die altijd in een cultuur van repressie en controle hebben gewerkt.”
Inmiddels is Lampe in Zaanstad de scepsis voorbij. En niet alleen hij: ook Stephan, die juist hier een deel van zijn straf uitzat. Nu komt Stephan dezelfde gevangenismedewerkers tegen als vrij man. En dient hij enerzijds als positief rolmodel voor de gedetineerden van nu, terwijl hij anderzijds aan personeel het nut van Zuivere Koffi e bewijst. “Hij wordt er echt als Messi of Ronaldo onthaald”, zegt Lampe.
Ook het personeel heeft baat bij de koffi ebranderij, constateert Stephan. En niet alleen omdat het een sfeervolle plek is in de grauwe gevangenis. “Aan een gevangenis is weinig positiefs. Dit is iets waar ook mensen die er werken trots op zijn. Ze kunnen koffi e of gebak meenemen en er thuis of op een verjaardag over vertellen.”
Maar: helpt het mensen ook echt de criminaliteit uit? Lampe concentreert zich immers wel op gedetineerden die de kleurcode ‘groen’ krijgen. Die goed gedrag vertonen en weer iets van hun leven willen maken. Zijn dat niet vooral de gevangenen die, net als Stephan, toch al vastbesloten waren om niet terug te vallen? En die het misschien zonder Lampe ook wel zouden redden?
“Op een dag liep ik door een gang”, reageert hij. “En begon er een man tegen me te praten. Hij komt net als ik van Aruba; ik kende hem ook al. De lastigste categorie: slecht gedrag, kleurcode donkerrood. Ik zei tegen hem: ‘Wat moet ik met jou? Jij wilt helemaal niks met je leven…’”
GEVOELIGE SNAAR
Het raakte een gevoelige snaar. Twee maanden later had de man kleurcode groen. Maar ook dat zegt niet alles. Twee keer mislukte zijn werktraject faliekant.
Hij viel terug in de criminaliteit, en stal zelfs spullen bij zijn werkgever. “Wat zou jij dan doen? Is het dan klaar? Hoe veel kansen moet je iemand geven?” Waarschijnlijk toch nog één, laat hij doorschemeren.
Al is het maar omdat Lampe hem zelf ook nodig had, die derde of vierde kans. De man die hem op zijn zestiende een visitekaartje in handen drukte, drong absoluut niet onmiddellijk tot hem door.
Pas vier jaar en een serie criminele feiten later belde hij de ondernemer op. “Ik kon in zijn ijssalon werken. En als dat goed zou gaan, mocht ik de zaak zelfs overnemen.”
Het ging goed. Tenminste, tot het moment dat een keurige man in een overhemd vroeg of hij aan cocaïne kon komen. Ja, dat kon Lampe wel. Voor hij het wist, ontstond een handeltje. Werd hij weer opgepakt, en zette hij zijn op dat moment goedlopende zaak op het spel. “Ik had het niet eens nodig. Dat was voor mij het moment dat ik echt dacht: ik wil nooit meer een voet in de bajes zetten.”
Dankzij zijn koffi e is dat plan in elk geval faliekant mislukt: dankzij de koffie komt hij er nu bijna dagelijks. De volledige naam van Stephan is bij de hoofdredactie bekend.
Redactie Timeys
0 reacties