De pillendraaier
Joshua was 19 jaar oud. Hij droeg een Glock 9mm in zijn schoudertasje.
“Laat niemand hier langs komen”, zei Tos op het parkeerplaatsje tegen hem. “Als je goed oplet, zijn we hierna miljonair.” Ze moesten er allebei om lachen. Toen liep Tos weg naar de woning van de pillendraaier. Over 10 minuten zou hij weer terug zijn.
De pillendraaier was de apotheker van het dorp. Hij verdiende het dubbele meer door met een speciale machine xtc-pillen te drukken. “Hij draait die dingen voor de hele provincie. Die verdient jongen, dat wil je niet weten”, had Tos gezegd.
De apotheker woonde in een boerderij, die alleen bereikbaar was via een voetpad. Je moest de auto laten staan op het parkeerplaatsje en dan langs de dijk lopend verder. In het donker van de nacht kon niemand hen zien of betrappen. De pillendraaier zou er alleen voor staan.
“Ben je er klaar voor?” fluisterde Tos. Hij sloeg zijn handen op de schouders van Joshua. Joshua knikte. “Doe wat ik heb gezegd, niemand erlangs goed?”, zei Tos. Hij wees op het schoudertasje van Joshua. Toen draaide Tos zich om en liep langs de dijk naar de boerderij toe.
Joshua bleef alleen achter op het parkeerplaatsje. Hij keek om zich heen. De mist was verrassend snel opgekomen. Het was ineens muisstil en waterkoud. Het oranje licht van de lantaarnpaal stuitte af op een grote grijze wolk van mist. Joshua liep een paar meter langs de dijk, maar bij het water was de mist nog dikker. Hij zag nog geen 10 meter vooruit.
Hij opende het schoudertasje en haalde zijn telefoon eruit. Hij keek hoe laat het was, er waren pas 4 minuten voorbij. Hij stopte de telefoon terug en ritste het tasje weer dicht, toen hij iemand hoorde roepen. Hij keek door de mist in de richting van de boerderij, maar hij kon niets zien. Ik zal het mij verbeeld hebben, zei hij tegen zichzelf. Tot hij opnieuw iemand hoorde roepen en niemand zag.
In het hoofd van Joshua werd de mist zijn angst. Hij pakt het wapen uit zijn tasje, zette de veiligheidspal om, laadde het wapen door en richtte voor zich uit. Zijn hand trilde. “Tos, ben jij dat, is het gelukt? Tos? Tos?” Er kwam geen antwoord.
Ineens sprong uit het niets een hond tegen hem op. Joshua schrok zo van de hond dat hij naar achteren viel. Door zijn val schoot hij de mist in. Toen hij naar voren keek, was de hond verdwenen. Joshua rende terug naar de parkeerplaats, zette het groot licht van de auto aan en gaf vol gas.
De volgende ochtend scheen de zon volop. Vroege wandelaars op de dijk zagen de auto in het water en belden de brandweer. De duikers vonden Joshua in de auto. Bij zijn voeten lag het schoudertasje.
Pas toen de brandweer bijna klaar was met het onderzoek, zag men de hond. Het beest zat iets verder op het dijkje, tussen het gras en dichtbij het voetpad. Naast de hond lag een man.
De eigenaar van de hond had een inschotopening, vlak onder zijn hart. Als hij geraakt was geweest door een geoefend schutter, had men van een perfect schot gesproken. Nu was het niet meer dan toeval geweest, een bijna onwaarschijnlijk raak schot in de mist. De chef van politie liet direct zijn rechercheurs alle woningen in de omgeving afgaan. Maar geen van de bewoners had iets gezien of gemerkt, de knal hadden zij toegeschreven aan vuurwerk. Bij het huis van de apotheker werd niet open gedaan. Volgens zijn buren was hij de dag ervoor met zijn gezin op vakantie gegaan.
0 reacties