ARBEID
Voor gedetineerden is het mogelijk om tijdens het verblijf in de penitentiaire inrichting te werken en daarmee geld te verdienen. In deze bijdrage worden de basisregels met betrekking tot arbeid uiteengezet.
Recht of verplichting?
Het recht op arbeid vindt zijn basis in artikel 47 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). In dit artikel staat dat in beginsel iedere gedetineerde recht heeft op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. Gedetineerden die tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld zijn in beginsel verplicht om de aan hen opgedragen arbeid te verrichten. De gedetineerden worden verplicht te werken zodat zij kunnen re-integreren, een dagritme kunnen ontwikkelen en daardoor na detentie makkelijker weer hun leven kunnen opbouwen. Gedetineerden die op medische gronden niet kunnen werken zijn niet verplicht om arbeid te verrichten. Arbeidsongeschiktheid moet bij binnenkomst in de inrichting vastgesteld worden door de medische dienst. Gedetineerden die in het huis van bewaring verblijven zijn nog niet afgestraft, ten aanzien van hen geldt de onschuldpresumptie en is er dus geen verplichting om te werken. Gedetineerden in het huis van bewaring mogen zich wel vrijwillig aanmelden voor de arbeid. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft zelfs bepaald dat het niet aanbieden van arbeid op een inkomstenafdeling in strijd is met artikel 47 Pbw. Ook voor verpleegden in tbs-klinieken, levenslanggestraften en jeugdigen is het niet verplicht om arbeid te verrichten.
Dagprogramma
Arbeid maakt voor een gedetineerde deel uit van zijn dagprogramma. Uit artikel 47 lid 4 Pbw volgt dat de arbeidstijd wordt vastgesteld in de huisregels. Gemiddeld kan gedacht worden aan twintig uur arbeid per week. Het basisloon per uur bedraagt € 0,76 per uur. Met andere woorden: het is geen vetpot! Arbeidsongeschikte of zieke gedetineerden krijgen wachtgeld ter compensatie.
Zorgplicht van de directeur
De directeur heeft een zorgplicht, hij moet zorgen voor de beschikbaarheid van arbeid voor de gedetineerden. In iedere inrichtingen is het arbeidsaanbod verschillend. De RSJ heeft bepaald dat een directeur zich voldoende moet inspannen om voldoende arbeidsmogelijkheden aan te beiden. Of de directeur zich voldoende heeft ingespannen hangt af van de omstandigheden van het geval. Ons kantoor vangt recentelijk meerdere signalen op dat de arbeid in een aantal inrichtingen incidenteel uitvalt wegens een gebrek aan personeel. Op het moment dat de arbeid incidenteel uitvalt is er nog geen sprake van een schending van de zorgplicht. Dit is pas het geval op het moment dat het recht op arbeid structureel wordt geschonden. Het wegvallen van arbeid mag echter nooit betekenen dat het dagprogramma van de gedetineerden onder het minimum komt. Indien het verrichten van arbeid op welke wijze dan ook structureel niet mogelijk is, dient de directeur u een vervangende activiteit te bieden. De directeur heeft ook een zorgplicht ten aanzien van arbeidsongeschikte gedetineerden. De gedetineerden die niet werken mogen tijdens de arbeid niet ingesloten worden en zij moeten zoveel mogelijk in staat worden gesteld om een vervangend programma te volgen. Ook van arbeidsongeschikte gedetineerden wordt dus verwacht dat zij een ritme opbouwen en werken aan re-integratie.
Arbeid en 66+
Voor gedetineerden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, vervalt de arbeidsverplichting. Indien zij niet (langer) deelnemen aan arbeid, komen zij in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming bedraagt 80% van het basisuurloon.
Klachten
Het is voor gedetineerden mogelijk om een klacht in te dienen met betrekking tot (het gebrek aan) arbeid. Op het moment dat u stelselmatig problemen ondervindt ten aanzien van de arbeid kunt u zich altijd tot ons kantoor wenden. Wij kunnen u dan adviseren over de te nemen stappen met betrekking tot uw klacht.
Van Berge Henegouwen Advocaten
Mw. mr. B.N.R. (Bo) Maenen – Advocaat
mr. M.C.J. (Menno) Heinen – Juridisch Medewerker
0 reacties